Updates

kenniscentrum

Hoe plant je een bos?

Voormalig minister Schauvliege mocht dan wel vinden dat een boom altijd al de functie gehad heeft om gekapt te worden, wij zijn van mening dat je bomen en bossen plant voor het leven. Geen daad om lichtzinnig mee om te gaan dus… BOS+ kan zich beroepen op meer dan 50 jaar ervaring in de bosbouw en deelt hieronder graag een deeltje van die kennis en ervaring. Een uitgebreide handleiding (ook rond vergunningen en subsidies) vind je binnenkort in ons Vademecum.

Voorbereiding is alles!

Je beplantingsplan is je leidraad. Daarin leg je vast welke soorten je waar zal planten, waar er paadjes komen, of je voor een bosrand of ondergroei kiest,… Dit plan heb je sowieso ook nodig voor de aanvraag van subsidies en sommige vergunningen. 

Cruciaal in je keuze van boom-en struiksoorten is hun bodemgeschiktheid; eiken groeien bv. liefst op rijke niet-natte bodems terwijl berken het uitstekend doen op arme, droge zandbodems. Belangrijk is dus dat je goed weet met welk bodemtype je te maken hebt en hoe vochtig je grond is. Ook andere omgevingsfactoren kunnen een rol spelen, zoals bv. de hoeveelheid schaduw die op je perceel geworpen wordt. De bomenwijzer is een zeer goede tool om je te helpen bij een boomsoortenkeuze, maar je kan uiteraard ook altijd bij BOS+ aankloppen.

Hou bij de opmaak ook rekening met de functies van je bos: een speelbos pak je anders aan dan een bos waar je brandhout uit wil winnen of waar je grote natuurwaarde wil creëren. In bosrevue 37 verscheen een artikelenreeks over ecologische bosuitbreiding op landbouwgronden.

 

PLANT AAN MET OOG VOOR DE TOEKOMST

Naast de boomsoortenkeuze moet je ook nog bepalen in welk plantverband (afstand tussen de bomen onderling) je de bomen zal planten, welke soorten je bij elkaar kan planten, of je die individueel of groepsgewijs plant, gebruik van autochtoon plantsoen,… Dergelijke keuzes zijn eerder werk voor mensen die vertrouwd zijn met bosaanleg (bijvoorbeeld BOS+ of de bosgroepen).

In een volwassen bos staan gemiddeld zo’n 60 à 70 volgroeide bomen. Maar een bos start met veel boompjes, meestal tussen de 2000 à 3000 kleine boompjes per hectare. Door zo dicht te planten zullen de boompjes eerder de hoogte ingroeien en krijg je sneller een bosklimaat. Daarnaast is de kans groter dat de boompjes een rechte, en meer takvrije stam zullen vormen. Op termijn zullen minder vitale bomen weggeconcurreerd worden. Er zijn dan meestal nog steeds meer bomen in een bos aanwezig dan uiteindelijk volgroeid kunnen zijn. Daarom wordt er op lange termijn gericht gedund in het bos: er worden bomen weggehaald om die bomen die je wil houden (je toekomstbomen) in je bos alle kansen te geven.

TERREINVOORBEREIDING

Bosuitbreiding in Vlaanderen gebeurt in de meeste gevallen op voormalige landbouwgronden. Wanneer het voormalige akkergrond betreft, zijn er vaak geen voorafgaande bodemvoorbereidende werken nodig. Een stoppelveld van maïs of graan is ideaal om bomen in te planten. In de eerste groeiseizoenen zal in dit geval wel vaak een explosieve onkruidgroei ontstaan. In bepaalde gevallen is het aangewezen om dan onkruidbestrijding toe te passen.

Op weidegronden kan een zeer dichte grasmat een probleem zijn om bomen te planten. Voorafgaand aan het planten kan overwogen worden om de weide te frezen om de grasmat te doorbreken. In de meeste gevallen is dat echter niet nodig. Begrazing tot kort voor de aanplanting is het ideale scenario, de grasmat is dan mooi kort. Het gras zal de ontwikkeling van andere (ongewenste) spontane vegetatie tegengaan en wordt meestal niet hoger dan de boompjes zelf. In droge groeiseizoenen kan er wel een probleem ontstaan op het vlak van competitie voor vocht.

 

BOMEN PLANTEN

Bosplantsoen koop je meestal met blote wortel en die plant je best vanaf november t.e.m. maart. Bij vorst of te natte bodemomstandigheden plant je beter niet. Je kan er voor kiezen om met een grondboor (eventueel op een tractor gemonteerd) plantgaten te boren of om met de spade handmatig plantgaten te graven. In bepaalde gevallen is het zeker aangewezen om machinaal plantgaten te boren, bijvoorbeeld in zware kleibodems of stenige bodems of wanneer het om grote oppervlakten gaat.

Bosplantsoen zal in de meeste gevallen in bundels op blote wortel geleverd worden. Een goede behandeling van het plantsoen is essentieel. Droog, winderig en koud weer zal er voor zorgen dat de wortels snel uitdrogen. In dat geval moet je de wortels afdekken met een zeil of natte doek, of inkuilen.

Een schema van hoe je best een boompje plant vind je hier.